Advies: kabeljauwvangst tot nul reduceren
In dit artikel:
ICES raadt voor 2026 aan om de vangstmogelijkheden voor kabeljauw in de Noordzee en aangrenzende wateren op nul te zetten. De wetenschapsgroep baseert dat besluit op onzekerheden rond drie deelbestanden (Noordwestelijk, Zuidelijk en Vikingbestand) die optreden in de Noordzee, westelijk van Schotland, het Skagerrak en het oostelijke Engelse Kanaal. Hoewel puur technisch voor de Noordwest- en Vikingcomponenten TAC’s van respectievelijk 8.670 en 3.610 ton mogelijk zouden zijn, concludeert ICES dat de bestanden na het eerste kwartaal jaarlijks mengen; toegepast op MSY- en voorzorgscriteria levert dat een nuladvies op voor alle deelbestanden.
De sector reageert verontrust. VisNed‑directeur Geert Meun waarschuwt dat het probleem vooral in zuidelijk gelegen wateren speelt en waarschijnlijk klimaatgeïnduceerd is; hij vindt dat beleidsmakers geen onrealistische eisen aan vissers mogen opleggen en stelt dat zelfs grootschalige vlootrestricties het herstel niet per se versnellen. De Northern Fishing Alliance (EU, VK en Noorwegen) betwist of het mengen van de deelbestanden voldoende aanleiding geeft voor zo’n strikte aanpak en pleit in plaats daarvan voor een gerichte TAC‑reductie van 25 procent. Vanuit Schotland en de Shetlands klinkt felle kritiek omdat kabeljauw voor delen van hun vloot cruciaal is; tegelijk doen sommige Nederlandse vissers in de Noorse zone recent goede zaken.
Historisch is een nuladvies niet nieuw: begin deze eeuw bestond een achtjarige periode met nuladviezen, terwijl er toen toch TAC’s tussen 20.000 en 49.000 ton werden vastgesteld.