Geen overbegrazing door schelpdieren in de Oosterschelde of Waddenzee
In dit artikel:
Onderzoekers van het Regiocentrum Yerseke van Wageningen Marine Research werken nauw samen met de schelpdier- en visserijsector in Zeeland aan duurzame innovaties voor de Delta, kustwateren en zee. Recent onderzoek richt zich op de draagkracht van de Oosterschelde en de westelijke Waddenzee voor schelpdieren zoals mosselen, oesters en kokkels. Draagkracht verwijst naar de maximale hoeveelheid schelpdieren die een ecosysteem kan dragen zonder dat dit leidt tot een tekort aan voedsel voor de dieren zelf en andere filtervoeders.
Het nieuwe onderzoek, dat gegevens van 2016 tot 2021 analyseert en vergelijkt met eerdere studies (1992–2016), laat zien dat de schelpdieren niet overmatig hun voedselbronnen uitputten. De totale schelpdierbestanden in de Oosterschelde zijn stabiel gebleven, terwijl in de westelijke Waddenzee een tijdelijke toename werd geregistreerd, vooral door de stijgende populatie van zwaardscheden. In 2021 nam het bestand daar weer af. De voedselkwaliteit, gemeten aan de hand van de verhouding tussen eencellige algen (Chlorofyl-a) en totaal zwevend stof, is sinds 2005 afgenomen in de Oosterschelde, maar herstelde na 2016 licht, en blijft over het algemeen beter dan in de Waddenzee.
Mosselen vertonen wisselende vleesgehaltes: in de Waddenzee fluctueerden deze sterk, terwijl in de Oosterschelde het vleesgehalte sinds 2005 licht is toegenomen. Dit wijst op voldoende voedselbeschikbaarheid in beide gebieden. Ondanks de positieve uitkomsten is monitoring essentieel, vooral vanwege de grote schommelingen in schelpdierpopulaties en de geplande opschaling van mosselzaadinvanginstallaties (mzi’s), die de druk op voedselbronnen kunnen vergroten.
Er zijn ontwikkelingen die extra aandacht vragen, zoals de toename van de Amerikaanse zwaardschede in de Waddenzee, die de graasdruk kan verhogen, en de geleidelijke afname van Chlorofyl-a in de Oosterschelde. Daarom wordt aanbevolen om de primaire productie in beide gebieden continu te monitoren om vraagstukken over voedselbeschikbaarheid en draagkracht goed te blijven inschatten. Dit onderzoek draagt bij aan het duurzame beheer van de schelpdiersector en de natuurlijke ecosystemen in deze belangrijke Nederlandse kustgebieden.