HA 1 stort zich op Amerikaanse zwaardschede

woensdag, 19 november 2025 (09:10) - Visserijnieuws.nl

In dit artikel:

Deze herfst voerde Wageningen Marine Research onder leiding van Jetze van Zwol de jaarlijkse mesheften‑survey in de westelijke Waddenzee uit. Normaal gebeurt dat met het Waddeninspectievaartuig m.s. Asterias, maar omdat dat schip bij Damen in Den Helder voor een grote refit lag, werd het kleinere HA 1‑vaartuig Wantij van eigenaar Jouke Visser ingehuurd. De actie startte in Harlingen en besloeg in vier lange werkdagen 119 stations langs een route via de Afsluitdijk, Den Oever, Texel, de Vlakte van Kerken, het Franse Gaatje en Terschelling.

Doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de Amerikaanse zwaardschede (Ensis directus) en andere schelpdieren in en op de wadbodem. Ensis werd voor het eerst aangetroffen in 1981 in het Eems‑Dollard estuarium en had zich in 1984 al naar de diepere delen van de westelijke Waddenzee verspreid. Sinds 2015 vinden aanvullende jaarlijkse bemonsteringen plaats omdat de biomassa in voorgaande jaren werd geschat op zo’n 250–300 miljoen kilo versgewicht, en inzicht in actuele aantallen ook belangrijk is ondanks het visverbod op de soort in de Waddenzee.

Praktisch werk: elke happergreep bestrijkt 1 m2 en weegt circa 900 kg, waarbij de vangstvolume afhankelijk is van hoe hard of zacht de bodem is. De HA 1 heeft een geringe diepgang (bijna 20 m lang, 6,5 m breed) en gebruikt meestal een spudpaal om exact vast te liggen tijdens bemonstering, wat goed bleek tijdens wisselvallig weer en storm Benjamin. De kleinere afmetingen beperkten het werk niet, al miste de Wantij de zeer krachtige dekwas van de Asterias, waardoor het reinigen van het slik wat trager ging. Monsters werden aan boord volledig uitgezocht en verwerkt door Suzanne Cornelisse (WMR) met ondersteuning van de bemanning.

Resultaten: er werd geen grootschalig Ensis‑zaad (zeer jonge exemplaren) aangetroffen, wel enkele locaties met jongere schelpdieren rond 7 cm noordelijk van Balgzand; mosselzaad werd niet waargenomen. De uiteindelijke biomassaberekeningen volgen later en worden gepubliceerd via de schelpdiermonitor van WUR. De maatwerkinzet van de HA 1 toonde aan dat een kleiner, ondieper vaartuig een goed alternatief kan zijn voor dit type wadonderzoek wanneer grotere schepen tijdelijk niet inzetbaar zijn.