Kokkels in een blikje bij Meromar Seafoods
In dit artikel:
Nico Laros bezoekt Meromar Seafoods in Harlingen om het vervolg van zijn serie over kokkelvisserij te tonen: van zaadval en vangst tot verwerking en handel. Centraal staat directeur André Seinen (55), opgegroeid in een visserijfamilie; zijn vader Franz bouwde sinds 1973 een bekend visbedrijf op. André werkte zelf jarenlang als mechanisch en handkokkelaar (onder andere op schepen met registratie HA 36/HOO 71) in de Waddenzee, Westerschelde en op de Noordzee tot aan de Amrumbank.
Meromar is inmiddels een echt familiebedrijf: André werkt samen met zijn kinderen Mark, Robert en Merel (de bedrijfsnaam is een samentrekking van Merel-Robert-Mark). Robert viste dertien jaar als handkokkelaar (HA 35) maar koos later voor een regelmatiger leven aan wal. André bereidt zich voor om voortaan meer op bedrijfsstrategie en regelgeving te focussen, onder meer vanwege beperkingen in de Voordelta en mogelijke kansen in de Westerschelde.
De rondleiding in de fabriek toont een hoog geautomatiseerd verwerkingsproces: jaagschepen brengen de kokkels, die via sorteerlijnen, spoel- en schudmachines en kookketels gaan; na ongeveer 90–100 meter lopende band komen de kokkels als blikje uit de lijn, vrijwel zonder menselijke handeling. Voor de verse markt worden ze gespoeld en van zand ontdaan; het bedrijf gebruikt een zoutbad met water uit een diepe ondergrondse bron om de juiste saliniteit te garanderen.
Handel en afzet richten zich steeds meer op MSC-gecertificeerde verse kokkels en het streekproduct “Waddengoud”, vooral voor de Waddeneilanden en Scandinavië. Spanje en Portugal blijven markten, maar kennen lagere prijzen. Laros besluit optimistisch: de productieautomatisering, de betrokken volgende generatie en marktfocus lijken Meromar goed voor te bereiden op de toekomst.