Koos Visser (GO 58) uit Moerdijk stopt, van huis en haard en zee verdreven
In dit artikel:
Koos de Visser (60), een van de bekendste Nederlandse kustvissers, geeft zijn kotter GO 58 op: hij doet mee aan de sanering voor de garnalenvisserij en laat het schip slopen. De beslissing volgt niet alleen uit persoonlijke omstandigheden — geen opvolging en de zekerheid van een fatsoenlijke uitkoop — maar ook uit het effect van ruimtelijke ingrepen: zijn woonplaats Moerdijk wordt opgeslokt door uitbreiding van de industrie in het kader van de “groene transitie”, en delen van zijn visgebied in de Voordelta gaan verloren door de aanleg van de Tweede Maasvlakte en de daaruit voortvloeiende natuurcompensatie.
De Visser, geboren en getogen in Moerdijk en al decennialang actief op zee, plant zijn laatste trip rond Kerst, als het weer het toelaat. Hij heeft zijn hele leven van de visserij gemaakt, is een vertrouwd gezicht op sociale media en werkte ook regelmatig mee aan onderzoek — recent nog met selfsamplings voor wetenschappers. Toch weegt hij de realiteit: op 60 zonder opvolger (zijn zoon Niels werkt aan wal), is het financieel verstandiger nu in te stappen in de sanering dan te wachten op een onzekere verkoop later. Hij liet onlangs ook een katalysator plaatsen om nog wat langer door te kunnen varen, maar kiest uiteindelijk voor stoppen met een tevreden afronding.
Collega’s reageren verschillend: bemanningslid Erik Lomeijer stapt over op een andere kotter (OD 3), terwijl jeugdvriend en long-time maat Rob de Bruijne (ook 60) gelijktijdig stopt en nog afwacht wat de toekomst brengt. Koos en Rob visten al samen sinds 1984 en vierden vorig jaar hun 40-jarig jubileum.
Hoewel hij persoonlijk geraakt wordt door het verlies van huis en viswater, noemt De Visser de sanering eerlijk en noodzakelijk: de garnalenvloot was te groot geworden en de visserijintensiteit onhoudbaar. Hij ziet de krimp als belangrijk voor de continuïteit van de overgebleven vloot. Sportief afronden past bij zijn nuchtere instelling; na 41 jaar op zee kijkt hij ook uit naar meer tijd thuis bij zijn vrouw Karin en eenvoudige genoegens zoals samen koken. Zijn slotconclusie: "’t Is goed geweest."
Kortom: een ervaren visser sluit een hoofdstuk af uit combinatie van externe ruimtelijke druk, beleidsmaatregelen en persoonlijke overwegingen, terwijl hij behoudend optimistisch blijft over de toekomst voor de sector en zijn eigen leven aan wal.