Roggenplaat: strijd tegen zandhonger en voor het behoud van de natuur
In dit artikel:
In Yerseke werken Wageningen Marine Research en partijen uit de schelpdier- en visserijsector samen met regionale overheden aan kennis en innovaties voor duurzaam gebruik van de delta, kustwateren en zee. Een van de lopende projecten richt zich op suppleties op intergetijdengebieden in de Oosterschelde, met de Roggenplaat als proeflocatie.
Sinds de aanleg van de Oosterscheldekering en compartimenteringsdammen in de jaren ’80 is de getijdedynamiek afgenomen. Daardoor komt er minder sediment op platen terecht terwijl golfslag en stormen erosie veroorzaken; het gevolg is dat jaarlijks tientallen hectares droogvallende platen verdwijnen. Dit vermindert foerageergebied voor steltlopers (zoals scholekster, wulp en rosse grutto), tast processen aan die waterkwaliteit bevorderen en verhoogt op termijn de golfbelasting op dijken — een risico voor de waterveiligheid.
Als tegenmaatregel wordt op sommige platen zand opgespoten om ze langer droogvallend en functioneel te houden. Op de Roggenplaat werd in 2019 circa 1,13 miljoen m3 zand aangebracht. Direct na de ingreep nam het oppervlak dat bij eb droogvalt met ongeveer 96 hectare toe, wat gunstig is voor vogels en de demping van golfaanval richting keringen. In het eerste jaar gebruikten vogels de nieuw aangelegde delen minder: het bodemleven moest zich eerst herstellen. Drie jaar later zijn veel delen weer vergelijkbaar in foerageerdruk met de situatie vóór de suppletie. Zeehonden blijven de Roggenplaat in ruime aantallen bezoeken, vooral in de zomer; een duidelijk effect van de suppletie op hun aantallen is niet gevonden.
Er blijven echter onzekerheden en beperkingen. De opgespoten zandlaag slijt geleidelijk weg en stormen kunnen dit proces versnellen; daarom zullen herhaalde suppleties mogelijk nodig zijn. De lange termijn-reactie van bodemdieren, vogels en het gehele ecosysteem op dergelijke ingrepen is nog niet volledig bekend. Daarom loopt er grootschalig onderzoek naar de ontwikkeling van de Roggenplaat van 2019 tot en met 2024; resultaten t/m 2022 zijn opgenomen in het T3-rapport en eind 2024 worden de totale monitoringbevindingen gepresenteerd.
Suppleties blijken een waardevol instrument voor natuurherstel en waterveiligheid, maar vormen geen allesomvattende oplossing. Met toenemende druk door gebruik, klimaatverandering en zeespiegelstijging worden aanvullende en innovatieve maatregelen noodzakelijk om de Oosterschelde toekomstbestendig te houden. De opgedane kennis wordt toegepast bij toekomstige projecten, zoals de geplande Galgeplaat-suppletie, en is bruikbaar voor vergelijkbare getijdengebieden wereldwijd. De monitoring van de Roggenplaat wordt in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerd samen met Deltares, NIOZ, Deltamilieu Projecten en Hogeschool Zeeland.