Visserij met vaste vistuigen in bijna alle Britse windparken
In dit artikel:
Een Nederlandse delegatie — onder meer Bea Deetman (Wageningen Social & Economic Research), Sophie Neitzel (Wageningen Marine Research) en Stefan Tijsen (Pot Fishing Agency), in opdracht van het ministerie van LNV — bezocht recent Schotse en Engelse havens (o.a. Aberdeen, Peterhead, Kirkwall, Bridlington, Whitby en Grimsby) om praktijkervaringen met vissen in offshore windparken uit te wisselen. Doel was ontbrekende praktische kennis aan te vullen naast de reeds internationale wetenschappelijke uitwisseling (bijv. via ICES) over technische, ecologische en economische haalbaarheid van medegebruik.
In het onderzochte deel van Britse wateren, waar meestal vaste turbines worden geplaatst, blijkt commerciële visserij binnen windparken gangbaar en goed georganiseerd. Vissers gebruiken vooral vaste vistuigen zoals potten en korven (voor krab en kreeft), maar ook handlijn en jigmachines komen voor. Een voorbeeld is Westermost Rough (voor de kust van Hull/Grimsby), waar al ruim tien jaar met potten wordt gevist; direct na oplevering waren de vangsten zelfs bijzonder goed omdat kreeften in het gebied bleven. Onderzoek laat zien dat het windpark weinig effect had op het kreeftenbestand en dat vangsten daarna vergelijkbaar waren met omliggende gebieden.
Belangrijke verschillen met Nederland: in het VK wordt het gebied na bouw vrijgegeven voor visserij zonder extra eisen van overheid of windparkeigenaren, en vissers kregen tijdens de bouw financiële compensatie — verzekeringen speciaal voor medegebruik waren volgens geïnterviewden niet nodig. In Nederland daarentegen wordt het windenergiegebied vaak gesloten en daarna via een gebiedspaspoort gefaseerd opengesteld, waarbij onderhoudszones en kabels de beschikbare ruimte voor visserij beperken. Communicatie tussen Britse vissers en windparkoperators verloopt veelal via e-mail rondom groot onderhoud; beide partijen melden goede samenwerking en wederzijds rekening houden met elkaars belangen.
Het verslag van de studiereizen wordt tegen het einde van dit jaar aan LNV opgeleverd en de bevindingen worden gepresenteerd tijdens een themabijeenkomst van het Visserij Innovatie Netwerk (VIN). Voor Nederland bieden de Britse ervaringen nuttige praktijkinzichten bij de afwegingen rond medegebruik van offshore windparken en de invulling van beleid, vergunningverlening en veiligheids- en onderhoudsafspraken.